Anders selecteren: startups en hun ecosystemen in beleggingsprocessen van pensioenfondsen.

Vier aspecten waarmee pensioenfondsen hun selectieprocessen kunnen verbeteren.

Terug naar overzicht blogs

Opinie 22-5-2025

Prof. dr. Willem Schramade

Er wordt vaak gezegd dat generaals zich voorbereiden op de vorige oorlog, niet op de komende. Deze militaire wijsheid heeft ook relevantie voor de wereld van pensioenfondsen. Met investeringsstrategieën en -selectie die gevormd zijn door lessen uit het verleden, lopen deze het risico niet adequaat voorbereid te zijn op de economische realiteit van morgen.

In eerdere blogs hebben we de uitdagingen en kansen besproken die pensioenfondsen tegenkomen bij het investeren in startups en startup ecosystemen. Na gesprekken met tientallen experts is de conclusie duidelijk: er is veel potentieel voor pensioenfondsen om impactvolle investeringen in startups te doen, maar om die kans te pakken moeten pensioenfondsen hun blik verleggen en hun selectieprocessen aanpassen.

Dit artikel belicht vier essentiële aspecten die pensioenfondsen kunnen verbeteren in hun selectieprocessen, waarmee ze niet alleen rendement voor hun deelnemers kunnen veiligstellen, maar ook kunnen bijdragen aan innovatieve oplossingen voor de uitdagingen van onze tijd.

Aspect 1: Criteria voor investeringsbeslissingen

Vanuit een governance-perspectief is het begrijpelijk dat pensioenfondsen strikte criteria hanteren voor investeringsbeslissingen. Maar deze criteria kunnen een obstakel vormen wanneer ze geen rekening houden met de impact van investeringen of wanneer ze niet toestaan dat sterke prestaties op één gebied zwakke prestaties op een ander gebied compenseren. Pensioenbestuurders klagen vaak dat ze interessante investeringskansen missen door de striktheid en het gebrek aan flexibiliteit van hun beleggingsselectieteams.

Een extra complicatie is dat pensioenfondsen hun beslissingen vaak baseren op assetallocatie en asset pricing modellen, terwijl venture capitalists (VCs) meer gericht zijn op de waardering van individuele activa. VCs besteden veel aandacht aan zaken die niet in modellen zijn vastgelegd, zoals de geloofwaardigheid van investeringen, teams en exits. Dit verschil in benadering kan leiden tot gemiste kansen voor pensioenfondsen.

Aspect 2: Risico-rendement & geïntegreerde waardeproposities

De meeste beleggers streven naar een optimale risico-rendementsverhouding, waarbij ze een hoog rendement willen tegen een laag risico. Dit laat doorgaans weinig ruimte voor impactinvesteringen. Maar er zijn ook beleggers die bereid zijn extra risico te nemen voor extra impact. Voor pensioenfondsen is dat echter moeilijk want ze missen vaak het kader om dit effectief te doen.

Daarnaast negeren gangbare modellen de evoluerende relaties tussen risico, rendement en impact over tijd. “Pensioenfondsen zouden idealiter niet alleen naar risico-rendementsexposures moeten kijken, maar ook naar impactexposures.” Dit vereist een bredere kijk op waardeproposities, waarbij afwegingen tussen risico, rendement en impact worden gemaakt, zowel nu als in de toekomst. Dat zit nog niet in de huidige methoden: asset pricing hanteert een nauw risicobegrip, gebaseerd op historische statistieken.

Geïnterviewden zien dit als een last, en ook als een mindsetprobleem bij hun gedelegeerde vermogensbeheerders: “De gedelegeerde vermogensbeheerders van pensioenfondsen hebben moeite om afscheid te nemen van tracking error, ook als het pensioenfonds expliciet zegt geen tracking error meer in overweging te nemen.”

Een groeiend aantal pensioenfondsen zijn op zoek naar een integrale waardepropositie. Dit betekent dat een belegging financieel én impactmatig zinvol moet zijn – wat PGGM 3D-beleggen noemt. Het betekent ook dat er afwegingen kunnen worden gemaakt tussen risico, rendement en impact, nu en in de tijd, hoewel die nog niet goed empirisch zijn gemodelleerd. En misschien worden ze nooit goed gemodelleerd gezien de data-uitdagingen en de fundamentele kwestie dat ze van toekomstgerichte aard zijn. Dat is nogal een barrière.

Om over die barrière heen te stappen zijn overtuigingen zeer belangrijk. Een bestuurslid van een pensioenfonds verwoordt het zo: “Ik geloof dat alleen beleggingen die rekening houden met duurzaamheid op de lange termijn een fatsoenlijk rendement kunnen opleveren.” en: “Het is niet alleen nodig om schade te beperken, maar ook om te zoeken naar innovatieve oplossingen die milieuproblemen oplossen, en daar sterk in te investeren.” En sommige beleggingen zijn niet aantrekkelijk op puur financiële basis, maar zijn wel zinvol in termen van totale waarde en over een langere tijdshorizon.

Aspect 3: Beleggingshorizon

Pensioenfondsen hebben in principe een lange beleggingshorizon. Ze hebben namelijk deelnemers met pensioenuitkeringen die zich over meer dan een halve eeuw uitstrekken. Durfkapitaal en private equity passen goed bij deze lange termijn, maar in de praktijk werken de prikkels vaak op korte termijn. Dit komt door de aandacht van media voor korte termijn rendementen en de beloning van fondsbeheerders op basis van recente prestaties.

De effectieve horizon van private equity is vaak korter dan gewenst, meestal 5-7 jaar in plaats van de theoretische 10 jaar. Dit kan problematisch zijn voor ondernemingen met een langdurig karakter, zoals deeptech bedrijven, waar rendementen vaak pas later zichtbaar worden: “In deeptech zijn rendementen back-end loaded, wat haaks staat op de prikkels van portfoliomanagers”; “5-7 jaar is veel te kort om een dubbele vallei des doods te overleven.”

Pensioenfondsen moeten bereid zijn om een langere horizon te hanteren en de controle los te laten om innovatieve oplossingen te ondersteunen.

Aspect 4: Ankerinvesteerder durven zijn

Ankerinvesteerders spelen een cruciale rol bij het helpen van ondernemingen en VCs om een beslissende sprong naar schaal te maken. Hun rol werd keer op keer benadrukt. In de woorden van een ondernemer: “Er zijn te weinig lead investors, en die zijn heel belangrijk: ze doen de harde analyse en noemen een prijs die ze bereid zijn te betalen. De rest volgt daarna, ook de investeerders die je eerst hebben afgewezen.”

Het gebrek aan ankerinvesteerders kan een verbindingsuitdaging zijn, maar pensioenfondsen moeten deze rol durven nemen. Een voorbeeld hiervan is PME, dat in 2018 het deeptech VC-fonds Innovation Industries ondersteunde. Zonder hun steun had het fonds niet de impact kunnen maken die het sindsdien heeft gemaakt. Ankerinvesteerders creëren meer toegang tot financiering en helpen andere verbindingen te leggen, wat essentieel is voor het succes van startups.

Conclusies

Om niet vast te blijven in de strategie van de vorige oorlog, moeten pensioenfondsen hun arsenaal aan investeringstactieken en selectieprocessen moderniseren. Dit betekent concreet dat ze vier cruciale aanpassingen dienen door te voeren. Ze moeten:

  1. flexibeler worden in hun investeringscriteria;
  2. een geïntegreerde visie op risico-rendement en impact ontwikkelen;
  3. een werkelijk lange beleggingshorizon omarmen;
  4. de moed hebben om als ankerinvesteerder op te treden.

Door deze aspecten te verbeteren, kunnen ze meer impactvolle investeringen doen en bijdragen aan duurzame innovatie en groei.

Blogserie

Deze blog is de achtste in een serie over pensioeninvesteringen.

Mijn andere serie gaat over CFOs en brede waardecreatie door CFOs en brede waardecreatie door ondernemingen.

Reacties zijn welkom: w.schramade@nyenrode.nl.

Vorige blog
Terug naar overzicht blogs
Vorige blog
Terug naar overzicht blogs

Prof. dr. Willem Schramade is hoogleraar Finance aan Nyenrode Business Universiteit. Hij maakt deel uit van Nyenrode's Faculty Centre for Corporate Reporting, Finance & Tax. Zijn belangrijkste onderzoeksthema's zijn Sustainable Finance & Sustainable Investing. Hij werkt al meer dan 20 jaar binnen finance, waardoor hij uitgebreide ervaring heeft in het adviseren van nationale en internationale klanten op het gebied van finance en ESG.